De afgelopen week was het Nederlandse nationale herstelplan onderwerp van gesprek. Nederland heeft formeel tot 30 april aanstaande de tijd om dit plan bij de Europese Commissie in te dienen. Als Nederland dit niet tijdig doet dan is de kans groot dat de uitkering van de toegewezen € 5,6 miljard aan subsidies uit de Recovery and Resilience Facility (RFF)- het Europese Covovid-19 herstelfonds- substantiële vertraging oploopt. Daarnaast zal de tijd van uitgave van de ontvangen gelden ook aanzienlijk korter worden, waardoor ook de uitvoerbaarheid in het geding kan komen. Dit scenario lijkt in eerste instantie niet gunstig te zijn voor de bijdrage die het moet leveren aan het Nederlandse herstel uit de huidige pandemie.
De vraag die hierbij centraal staat is waarom Nederland als enige lidstaat heeft aangegeven de deadline van 30 april niet te gaan halen? Afgelopen november heeft de Nederlandse regering opdracht gegeven voor een ambtelijke verkenning naar de mogelijke inhoud van het herstelplan. Vervolgens heeft demissionair premier Rutte in de Telegraaf vlak voor de verkiezingen nog benadrukt dat het belang van herstel voorop staat en dat de formatie in die context geen prioriteit mag krijgen. Toch is er na kritische bevraging door de Tweede Kamer op 21 maart jl. aan het adres van onze demissionair minister van Economische Zaken en Staatsecretaris Infrastructuur & Milieu aangegeven dat het kabinet een stevig en ambitieus plan wil indienen. Om die reden is ervoor gekozen de formatie hierin mee te nemen en zal het nieuwe kabinet uiteindelijk het definitieve besluit nemen. Het huidige demissionaire kabinet zal de komende maanden kansrijke maatregelen voor het plan in kaart brengen, maar zal hierover dus geen besluit nemen. Het gevolg is vertraging Voor de betrokken partijen die moeten bijdragen aan de invulling van de besteding van deze subsidies is er nu veel onduidelijkheid over de haalbaarheid en uitvoerbaarheid. In deze context is het niet ondenkbaar dat de negatieve neveneffecten van de moeizame formatie een substantiële negatieve invloed zullen hebben op ons economisch herstel uit de huidige pandemie.