In een wereld waarin economische macht steeds vaker als geopolitiek wapen wordt ingezet, beleeft industriepolitiek een revival. De vraag is niet langer óf industriebeleid nodig is, maar hóe je het effectief en strategisch inricht. De VS en China investeren grootschalig in hun eigen industriële capaciteit. Nederland en Europa kunnen zich daarin geen afwachtende houding permitteren – niet economisch, niet geopolitiek.
Het klassieke idee van een vrije markt zonder actieve overheidssturing maakt plaats voor strategisch nadenken over zelfvoorzienendheid, autonomie en economische veiligheid. In Brussel groeit het besef: zonder gecoördineerd industriebeleid raken we afhankelijk – van energie, data, medicijnen en technologie uit andere landen.
In Den Haag is het beeld weerbarstiger. De Nederlandse industrie kampt met hoge energiekosten, een overvol elektriciteitsnet, stikstofbeperkingen en striktere toepassing van EU-regels dan strikt noodzakelijk. Het resultaat: kapitaalvlucht, productieverschuiving en groeiende onzekerheid.
Daarom trok de industrie de afgelopen maanden steeds vaker aan de bel in Den Haag. Fabriekssluitingen in de Rotterdamse haven en ontslagen bij Tata Steel zijn geen incidenten, maar signalen van een structureel verslechterend investeringsklimaat.
Het industriepakket van minister Hermans
In jaarlijkse Speelveldtoetsen liet het ministerie de impact van beleidsaanpassingen op het speelveld van de Nederlandse energie-intensieve industrie en milieu-impact toetsen. Deze onderzoeken tonen aan dat investeringskosten en regeldruk te hoog zijn in Nederland, ten opzichte van andere landen. Het maakt pijnlijk duidelijk: Nederland raakt zijn concurrentiepositie kwijt.
Volgens huidig minister Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) is een weerbare, schone industrie in het belang van Nederland. Op 25 april presenteerde zij haar langverwachte industriepakket. Met daarin onder andere de terugkeer van de indirecte kostencompensatie, versoepeling van de nationale CO₂-heffing tot 2030 en versnelde investeringen in stroominfrastructuur. Belangrijke stappen, maar volgens veel bedrijven en Kamerleden onvoldoende om het vertrouwen duurzaam te herstellen. Niet ambitie, maar langetermijnzekerheid ontbreekt.
Gas geven op waterstof en CO₂-opslag
Om de industrie te verduurzamen en de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen te verminderen, investeert het kabinet in de opslag van broeikasgassen. Voor Aramis, een carbon capture and storage-project (CCS), wordt toegewerkt naar een investeringsbeslissing in 2026, zodat vanaf 2030 gestart kan worden met ondergrondse opslag van CO₂. Daarnaast is € 2,1 miljard beschikbaar voor waterstofproductie en € 662 miljoen voor industriële toepassing daarvan.
Netcapaciteit als bottleneck
Een betrouwbaar en toereikend stroomnet is essentieel voor de verduurzaming van de industrie. De beperkte netcapaciteit is een forse bottleneck. Bedrijven wachten soms jaren op (uitbreiding van) een aansluiting. Daarom neemt het kabinet extra maatregelen om de uitbreiding van het hoogspanningsnet te versnellen. 25 hoogspanningsprojecten krijgen voorrang en er wordt een speciaal hulpteam ingesteld dat provincies helpt bij complexe vergunningprocedures. Noodzakelijke stappen, maar structurele netcapaciteit blijft voorlopig een beperkende factor.
Industriebeleid vraagt om visie én lef
De maatregelen in het industriepakket zijn stappen in de goede richting, maar er is meer nodig om het vertrouwen van de industrie duurzaam te herstellen. Industriebeleid is meer dan een serie subsidies en fiscale maatregelen. Het vereist (langetermijn)visie, (Europese) samenwerking en een consistente koers. Het vraagt lef om publieke waarden, economische kracht en geopolitieke realiteit met elkaar te verbinden.
Volwassen industriepolitiek kijkt bovendien voorbij grenzen. De Adviesraad Internationale Vraagstukken stelt terecht dat Nederland zijn industriebeleid moet beschouwen als een strategisch onderdeel van de Europese werkelijkheid. Tactische deelname aan grensoverschrijdende waardeketens en gezamenlijke EU-investeringen is noodzakelijk om toegang te houden tot kapitaal, technologie en invloed. Terwijl de VS met één wet $370 miljard inzet op industriebeleid en vergroening, blijft Europa verdeeld en Nederland reactief. Dat is niet houdbaar in de wereld van vandaag.
Zonder nationale koers, heldere boodschap en internationale afstemming blijft industriebeleid niet meer dan symptoombestrijding. Te vaak reageert Den Haag op incidenten met losse maatregelen. Wie vooruit wil, maakt industriepolitiek volwassen – en onmiskenbaar Europees.
Daniel Buwalda – Adviseur
Bij IvCB versterken we organisaties die invloed niet alleen willen begrijpen, maar ook strategisch willen vormgeven. Vanuit de overtuiging dat publieke verankering de sleutel is tot duurzame economische en maatschappelijke meerwaarde.